Hoe kun je met een webshop goed scoren in beide landen?
Gregory Liénard somt een paar mogelijkheden op: “Om nieuwe klanten te bereiken, moet je die aanspreken in hun eigen taal. Dat geldt helemaal als je bijvoorbeeld de Duitse markt wilt aanboren, maar evengoed om een antwoord te bieden op taalverschillen tussen Nederland en België. Grote spelers doen dat al: Bol.com heeft bijvoorbeeld landingspagina’s die specifiek bedoeld zijn voor Belgische/Vlaamse klanten. Naast je .nl-webshop een .be-webshop inrichten – of omgekeerd – zorgt voor meer kans op succes in zowel google.nl als google.be. Coolblue pakt het op die manier aan.”
Zijn er nadelen verbonden aan aparte webshops voor beide landen?
“Het is de meest doeltreffende, maar niet altijd de efficiëntste aanpak,” zegt Gregory Liénard. “Twee webshops onderhouden in plaats van één betekent dubbel werk. De meeste producten zullen in beide webshops ongeveer dezelfde omschrijving, technische gegevens en dergelijke hebben, wat het risico op gedupliceerde content verhoogt. Mogelijke gevolgen daarvan: Google houdt de zoekresultaten van beide webshops zo ver mogelijk uit elkaars buurt. Of nog erger: Google neemt de recentste versie niet eens op in de zoekresultaten. Je verkleint het risico op problemen door Google te melden welke landingspagina’s of productpagina’s bedoeld zijn voor welke locatie en/of taal. Daarvoor dient het html-kenmerk hreflang=”x”, waarmee je een onderscheid kunt maken tussen Nederland (hreflang=”nl-nl”) en Nederlandstalig België (hreflang=”nl-be”). Je moet dat kenmerk wel goed toepassen: zelfs grote spelers op de markt doen het niet altijd zoals het hoort.”
|
Voor de ongeveer 600.000 Nederlandstalige keywords die iPower checkt in google.be, staan er in de top 10 48% .be-domeinen, 35% .nl-domeinen en 13% .com-domeinen. Voor de 1.000.000 Nederlandstalige keywords die iPower checkt in google.nl, staan er in de top 10 80% .nl-domeinen, 12% .com-domeinen en 3% .be-domeinen.
|